Geschiedenis van de astrologie

Astrologie is een eeuwenoude vorm van kennis. Al sinds de oudheid kijken mensen naar de sterren voor inspiratie, richting en inzicht. Ze ontdekten patronen tussen wat er in de hemel gebeurt – de bewegingen van de zon, maan en planeten – en wat er op aarde plaatsvindt. De bekende uitspraak “zo boven, zo beneden” vat dit mooi samen: het idee dat alles met elkaar verbonden is – de mens en het universum.

Sommige mensen vinden het vandaag de dag moeilijk te geloven dat de stand van de hemellichamen iets over ons leven kan zeggen. Toch blijken er opvallende overeenkomsten te zijn – voor wie bereid is echt te kijken. Een open geest is essentieel voor wie op zoek is naar ware kennis.

De basis van de westerse astrologie werd gelegd in het oude Griekenland. Rond het jaar 150 verzamelde en beschreef Ptolemaeus de bestaande kennis in een systematisch geheel. In de tijd vóór het christendom werd astrologie algemeen erkend als een belangrijke bron van wijsheid. Maar tijdens de middeleeuwen, toen de kerk veel invloed had en het wetenschappelijk denken opkwam, raakte astrologie uit de gratie. Toch waren bekende wetenschappers als Tycho Brahe, Johannes Kepler en Galileo Galilei ook astrologisch actief.

In de moderne tijd ontstond er een duidelijke splitsing: wetenschappers en astronomen keerden zich vaak af van astrologie, terwijl de spirituele en zogenaamde “New Age”-beweging juist opnieuw belangstelling toonde. Binnen die beweging bloeide ook een meer psychologisch gerichte vorm van astrologie op: de humanistische astrologie.

Tot aan de 18e eeuw veranderde er weinig aan de astrologische basis. Maar vanaf 1781, toen Uranus werd ontdekt, kwam daar verandering in. Later volgden ook de ontdekking van Neptunus (1846), Pluto (1930), Chiron (1977) en enkele grote asteroïden. Deze hemelse ontdekkingen riepen om een nieuwe interpretatie binnen de astrologie.

De humanistische astrologie, zoals ontwikkeld door onder andere Dane Rudhyar, bracht een frisse kijk. Hij zag astrologie niet alleen als voorspelling, maar als een manier om jezelf beter te leren kennen en je bewustzijn te vergroten. Zijn boek The Astrology of Personality uit 1936 werd een belangrijke mijlpaal.

Vandaag blijft astrologie zich ontwikkelen, met nieuwe stromingen zoals cosmobiologie, Uranische astrologie, en verdere verdieping binnen de humanistische benadering. De astrologie van nu gaat dus niet alleen over sterren en planeten, maar ook over innerlijke groei, zingeving en zelfinzicht – een levend systeem dat met de tijd blijft meegroeien.

email

hello@sterrenpad.be

social media